De Kaapstadse vredesmars vond plaats op 13 september 1989 toen 30.000 Capetonians uit verschillende geledingen van de stad marcheerden ter ondersteuning van de vrede en het einde van de apartheid.
Het evenement, geleid door burgemeester Gordon Oliver, aartsbisschop Tutu, dominee Frank Chikane, Maulana Farid Esack, Allan Boesak en andere religieuze leiders, werd gehouden in weerwil van de noodtoestand die politieke protesten en apartheidswetten die rassenscheiding afdwingen verbood. De mars resulteerde in concessies van het apartheidskabinet onder leiding van F.W. de Klerk, na jaren van gewelddadige botsingen tussen anti-apartheidsdemonstranten en de politie, en was de eerste dergelijke gebeurtenis met gekozen wereldregeringsfunctionarissen. Het werd destijds beschouwd als de "laatste illegale mars" en ging door zonder grote confrontaties. De omvang van het protest, ondanks het openlijke verzet, en de terughoudende reactie van de politie waren het begin van de overgang naar democratie.